Kennisdag Ecologische effecten Thermische Energie uit Oppervlaktewater

10 november 2022 – Wat is de ecologische impact van een TEO-installatie op het waterleven? Dat willen waterbeheerders graag weten, zodat ze een goede afweging kunnen maken in wat ze wel of niet toestaan. Vanuit onderzoeksprogramma WarmingUP , STOWA en waterbeheerders (Rijkswaterstaat en de Unie van Waterschappen), is hierover al veel kennis ontwikkeld.

Tijdens deze dag werd deze kennis gepresenteerd en werd geschetst welke kennislacunes er nog zijn en wat er nodig is om deze op te vullen.

STOWA heeft in 2021 een eerste versie van een beoordelingskader voor koudelozingen ontwikkeld om vergunningverleners hierbij te ondersteunen. Omdat nog veel onbekend is over de ecologische effecten van TEO en omdat iedere situatie uniek is, biedt het beoordelingskader ruimte voor eigen invulling. Om de criteria in het beoordelingskader aan te scherpen en nader te onderbouwen, zijn diverse studies uitgevoerd.

Ghada Sukkar van de Unie van Waterschappen schetste het dilemma waar waterbeheerders voor staan en hoe ze werken aan modelbeleid. Ida de Groot-Wallast van Deltares gaf op hoofdlijnen aan aan welke onderzoeksvragen er binnen WarmingUp en het NIOO gewerkt is en wat de stand van kennis is. Diverse onderzoekers pitchten resultaten van recente onderzoeken.

Tijdens twee sessies deelden onderzoekers de laatste stand van kennis over de verschillende onderwerpen en werd besproken welke kennisvragen nog resteren.

Tijdens de eerste sessie werd gekeken naar effecten van de techniek.  Wat zijn de gevolgen voor planten en dieren die in het water dat wordt ingezogen in een TEO-installatie en filters en warmtewisselaars passeert? Anton de Fockert van Deltares ging in op de werking van 4 verschillende TEO systemen. Vervolgens deelde zijn collega Miguel Dionisio wat er al bekend is uit de literatuur over de effecten op het waterleven. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Hoogheemraadschap Rijnland en Waternet onderzoeken bij verschillende installaties in hoeverre verschillende filters schade aanbrengen aan zoöplankton en vertelden over hun aanpak. Tot slot deelde Sven Teurlincx van NIOO hoe mogelijke schade aan zoöplankton en fytoplankton uitpakt op ecosysteemniveau aan de hand van een ecologische modellering van een TEO-installatie bij een kleine plas.

Tijdens de tweede sessie werd het effect van de koudelozingen uit het systeem op de ecologie besproken. Wat weten we over hoe de koude zich verspreidt in het ontvangende oppervlaktewater en welke impact dit vervolgens heeft op de ecologie? Roland Vlijm van Deltares liet zien tot in welk detail we de koudepluim kunnen modelleren en zijn collega Ida de Groot-Wallast ging vervolgens in op de effecten op de ecologie, aan de hand van recent uitgevoerde studies van de literatuur en ecologische modellering van de effecten.

Nadat we allemaal scherp hadden wat er wel en niet bekend is over de ecologische effecten van koudelozingen, gingen we in gesprek over de resterende kennisvragen. Welke zijn dat en welke moeten als eerste worden opgepakt om vergunningaanvragen beter te kunnen beoordelen? Alle deelnemers konden hun vragen toevoegen aan de reeds openstaande vragen.

Onze input was „Wat is het effect van koudelozingen op – in ons geval de Linge – als niet alleen in Enspijk aquathermie toegepast wordt, maar ook in de naastgelegen dorpskernen aan de Linge, waardoor er mogelijk een andere uitkomst kan ontstaan over het effect van die koudelozingen“

Link naar verslag en presentaties